Baby Fases
1 maand
2 maanden
3 maanden
4 maanden
5 maanden
6 maanden
7 maanden
8 maanden
9 maanden
10 maanden
11 maanden
12 maanden
Je baby van 1 maand kan:
Motorisch
- Zijn hoofd even van de onderlaag optillen
- een voorwerp vluchtig met de ogen volgen
- als jij jouw vinger aangeeft met zijn handje jouw vinger grijpen (grijpreflex)
- het hoofdje soms opheffen, maar laat dan heel snel het hoofdje naar voren op de borst zakken
- nog voornamelijk ongecontroleerde bewegingen maken
Je baby van 3 maanden kan:
Cognitief
- bepaald gedrag van zijn lichaam herhalen, toevallig ontdekt en vaak ingegeven door een basisbehoefte (primaire circulaire reactie).
- op een simpele manier zijn gedrag aanpassen aan de omgeving. Hij sabbelt bijvoorbeeld op een andere manier aan een tepel dan aan een speen of vinger.
- al een beetje anticiperen op bepaalde gebeurtenissen. Jouw hongerige baby stopt bijvoorbeeld met huilen als jij als vader of moeder de kamer binnenkomt.
- gezichtsuitdrukkingen van jou als ouder imiteren. Zelfs na 24 uur is jouw baby nog in staat een uitdrukking te reproduceren!
- vanaf de derde maand vrolijk kraaien en teruglachen als reactie op jouw als ouder. Ook begint jouw baby nu klanken na te doen en gaat hiermee volop experimenteren.
- de omgeving met al wat beter ontwikkelde motorische vaardigheden verkennen (schoppen, reiken en grijpen). De bewegingen van jouw baby zijn nog wel matig gecoördineerd.
Je baby van 4 maanden kan:
Spraak en taal
- met zijn ogen een geluidsbron zoeken
- duidelijk hoorbaar kirren en lachen tegen jou
- als reactie op een leuk geluid gaan lachen
- ‘geluidjes’ maken tegen jou en andere mensen
- geïnteresseerd zijn in jouw mondbewegingen en dit na willen doen zonder geluid te maken
- uithalende geluiden maken van hoog naar laag en van hard naar zacht
Je baby van 5 maanden kan:
Motorisch
- zitten in een kinderstoel met steun in de rug
- in rugligging spontaan het hoofd optillen (voorloper van het zitten)
- in buikligging naar een voorwerp grijpen
- in buikligging steunen op een elleboog en de hoofdbalans van jouw baby is in buikligging goed ontwikkeld
- in lig draaien van de rug naar de zij
- zijn gewicht beter dragen als hij rechtop wordt gezet en zakt hierbij niet meer door de knieën
Je baby van 6 maanden kan:
Sociaal-emotioneel
- graag naar andere baby’s kijken
- graag bij andere kinderen willen zijn
- doen alsof hij de fles vasthoudt
- geluidjes maken van plezier , kraaien, kirren en vocaliseren
- wapperen met armen, lachen en zich in bochten wringen
- reiken naar vertrouwde personen
- weifelend vreemden aankijken en ‘verstarren’
- afkeer van voedsel vertonen
- boosheid tonen als favoriet speelgoedje wordt weg genomen
Je baby van 7 maanden kan:
Cognitief
- doordat hij nu kan zitten en begint te kruipen een steeds grotere aandacht krijgen voor de omgeving, de wereld wordt letterlijk vergroot!
- door een toename van de coördinatie van de zintuigen beter grijpen en objecten manipuleren (hanteren) en jouw baby wil graag van alles uit de omgeving vastpakken.
- interessante gebeurtenissen in de omgeving die per toeval ontstaan zijn door het eigen gedrag (secundaire circulaire reactie) herhalen. Bijvoorbeeld een mobiel boven de wieg die fantastisch mooi gaat zwaaien, wanneer jouw baby hier toevallig tegen aan trapt met de beentjes.
- het effect van zijn eigen gedrag op de buitenwereld herkennen. Jouw baby begint te ontdekken dat als hij zelf lacht de verzorgers terug lachen.
- spelletjes zoals ‘Kiekeboe’ fascinerend vinden, maar is meestal nog niet in staat zelf te participeren.
Je baby van 8 maanden kan:
Spraak en taal
- nu tegen zijn speelgoed gaan brabbelen
- naar muziek luisteren en ‘zingen’
- ‘dag’ en ‘hai’ begrijpen
- allerlei combinaties maken van klinkers en medeklinkers zoals ‘ah-ah-ah, oh-oh-oh’
- herkenbaar geluiden na gaan doen die hij hoort
- klanken maken met intonatie
- oefent met het maken van beheerste geluidjes
Je baby van 9 maanden kan:
Motorisch
- langer dan 10 minuten los zitten en de benen zijn bij het zitten minder gespreid
- speelgoed pakken en weer rechtop gaan zitten
- zich vanuit rugligging direct optrekken tot in zitpositie
- zich in buikligging aan de handen vooruit trekken en met de voeten afzettenen (tijgeren)
- indien hij wordt neergezet in stand zich aan iets vasthouden (tafelpoot)
- een bal die naar hem wordt gerold oppakken
- speelgoed van zijn ene hand doorgeven aan zijn andere hand
- kan nu het blokje tussen de eindkootjes van wijs-, middelvinger en duim vasthouden (primitieve pincetgreep)
- in de richting van een knikker wijzen en kan deze ook tussen duim en wijs- of middelvinger oppakken
Je baby van 10 maanden kan:
Sociaal-emotioneel
- als zijn favoriete speelgoedje kwijtraakt dit eerst zelf willen pakken om vervolgens als dit niet lukt kwaad te worden met tranen
- zelf brood vasthouden en eten
- met hulp van een volwassenen een beker vasthouden en drinken
- heel eenkennig zijn en dit uiten door luid te protesteren met tranen
- eenvoudige kinderspelletjes spelen
- ‘mee doen’ met activiteiten die zich om hem heen afspelen
- gaat meer belangstelling tonen in andere kinderen
- geluiden en lach van andere kinderen imiteren
Je baby van 11 maanden kan:
Cognitief
- meer doelbewust handelen en steeds bewuster nieuwe effecten uitlokken. Jouw baby kan nu bijvoorbeeld een dop van zijn fles halen, omdat hij weet dat hij dan pas kan drinken (uiteraard moet de motoriek dit ook toelaten).
- steeds beter anticiperen op bepaalde gebeurtenissen. Bijvoorbeeld bewust de armpjes omhoog doen en huilen als hij merkt dat de moeder haar jas aantrekt om te vertrekken.
- steeds meer geïnteresseerd raken in het observeren van anderen om dit vervolgens na te doen. Jouw baby wil bijvoorbeeld ook roeren met een lepel aan tafel en een speelgoedautootje duwen als hij een broertje of zusje dit ziet doen.
- een steeds beter besef krijgen van objectpermanentie (een voorwerp blijft bestaan, ook al is het uit het zicht). Dit kan getest worden door jouw baby een interessant voorwerp te laten zien en vervolgens dit onderwerp onder de hand of onder een doek te verstoppen. Jouw baby zal nu in staat zijn om het voorwerp terug te vinden door het doek of de hand weg te trekken en het voorwerp te pakken!
- op deze leeftijd nog wel de neiging hebben om voorwerpen te zoeken op de plek waar ze als eerste zijn gevonden en moeite hebben om het voorwerp te vinden op de plek waar ze als laatste verstopt zijn. Ontwikkelingspsycholoog Piaget noemde dit de A-not-B search error. Dit kan getest worden door jouw baby een interessant voorwerp te laten zien, dit een aantal keer te verstoppen op plek A (onder een doek) en op een gegeven moment het te verstoppen op plek B (onder een andere doek op 20 centimeter afstand). Jouw kindje zal onder doek A naar het voorwerp zoeken!
- simpele problemen oplossen als die overeenkomen met problemen die hij al eerder is tegenkomen en toen heeft opgelost.
Je baby van 12 maanden kan:
Spraak en taal
- twee of meer woorden zeggen en zinvol gebruiken
- voorwerpen herkennen aan hun naam
- een lichaamsdeel kennen
- reageren op eenvoudige bevelen