Bel ons: 085-0110070

Baby van 11 maanden

Je baby van 11 maanden kan:

Motorisch

  • steeds beter kruipen, soms met een voet plat op de onderlaag (een zachte onderlaag stimuleert het kruipen!)
  • zijdelings lopen in de box (een voet naar de andere toe trekken en gelijktijdig verplaatsen van de handen op de boxrand)
  • kan een blokje tussen de eindkootjes van duim en wijsvinger oppakken (pincetgreep)

Sociaal-emotioneel

  • zich weer meer op andere mensen dan de ouders richten (eenkennigheid neemt af)
  • zich hechten aan opa’s en oma’s en andere vertrouwde personen
  • beginnend contact maken met anderen, maar is in het begin vaak verlegen
  • met de vingers (duim en wijsvinger) eten
  • een volle lepel naar de mond brengen, maar morst nog wel
  • een beker met handvast zelf vasthouden en drinken
  • met het aankleden de armen en benen gestrekt houden (helpt mee met aankleden)
  • een bal aan zijn spiegelbeeld willen geven

Cognitief

  • meer doelbewust handelen en steeds bewuster nieuwe effecten uitlokken. Jouw baby kan nu bijvoorbeeld een dop van zijn fles halen, omdat hij weet dat hij dan pas kan drinken (uiteraard moet de motoriek dit ook toelaten).
  • steeds beter anticiperen op bepaalde gebeurtenissen. Bijvoorbeeld bewust de armpjes omhoog doen en huilen als hij merkt dat de moeder haar jas aantrekt om te vertrekken.
  • steeds meer geïnteresseerd raken in het observeren van anderen om dit vervolgens na te doen. Jouw baby wil bijvoorbeeld ook roeren met een lepel aan tafel en een speelgoedautootje duwen als hij een broertje of zusje dit ziet doen.
  • een steeds beter besef krijgen van objectpermanentie (een voorwerp blijft bestaan, ook al is het uit het zicht). Dit kan getest worden door jouw baby een interessant voorwerp te laten zien en vervolgens dit onderwerp onder de hand of onder een doek te verstoppen. Jouw baby zal nu in staat zijn om het voorwerp terug te vinden door het doek of de hand weg te trekken en het voorwerp te pakken!
  • op deze leeftijd nog wel de neiging hebben om voorwerpen te zoeken op de plek waar ze als eerste zijn gevonden en moeite hebben om het voorwerp te vinden op de plek waar ze als laatste verstopt zijn. Ontwikkelingspsycholoog Piaget noemde dit de A-not-B search error. Dit kan getest worden door jouw baby een interessant voorwerp te laten zien, dit een aantal keer te verstoppen op plek A (onder een doek) en op een gegeven moment het te verstoppen op plek B (onder een andere doek op 20 centimeter afstand). Jouw kindje zal onder doek A naar het voorwerp zoeken!
  • simpele problemen oplossen als die overeenkomen met problemen die hij al eerder is tegenkomen en toen heeft opgelost.

Spraak en taal

  • twee of meer woorden zeggen en zinvol gebruiken
  • voorwerpen herkennen aan hun naam
  • een lichaamsdeel kennen
  • reageren op eenvoudige bevelen