Baby van 9 maanden
Je baby van 9 maanden kan:
Motorisch
- langer dan 10 minuten los zitten en de benen zijn bij het zitten minder gespreid
- speelgoed pakken en weer rechtop gaan zitten
- zich vanuit rugligging direct optrekken tot in zitpositie
- zich in buikligging aan de handen vooruit trekken en met de voeten afzettenen (tijgeren)
- indien hij wordt neergezet in stand zich aan iets vasthouden (tafelpoot)
- een bal die naar hem wordt gerold oppakken
- speelgoed van zijn ene hand doorgeven aan zijn andere hand
- kan nu het blokje tussen de eindkootjes van wijs-, middelvinger en duim vasthouden (primitieve pincetgreep)
- in de richting van een knikker wijzen en kan deze ook tussen duim en wijs- of middelvinger oppakken
Sociaal-emotioneel
- als zijn favoriete speelgoedje kwijtraakt dit eerst zelf willen pakken om vervolgens als dit niet lukt kwaad te worden met tranen
- zelf brood vasthouden en eten
- met hulp van een volwassenen een beker vasthouden en drinken
- heel eenkennig zijn en dit uiten door luid te protesteren met tranen
- eenvoudige kinderspelletjes spelen
- ‘mee doen’ met activiteiten die zich om hem heen afspelen
- gaat meer belangstelling tonen in andere kinderen
- geluiden en lach van andere kinderen imiteren
Cognitief
- meer doelbewust handelen en steeds bewuster nieuwe effecten uitlokken. Jouw baby kan nu bijvoorbeeld een dop van zijn fles halen, omdat hij weet dat hij dan pas kan drinken (uiteraard moet de motoriek dit ook toelaten).
- steeds beter anticiperen op bepaalde gebeurtenissen. Bijvoorbeeld bewust de armpjes omhoog doen en huilen als hij merkt dat de moeder haar jas aantrekt om te vertrekken.
- steeds meer geïnteresseerd raken in het observeren van anderen om dit vervolgens na te doen. Jouw baby wil bijvoorbeeld ook roeren met een lepel aan tafel en een speelgoedautootje duwen als hij een broertje of zusje dit ziet doen.
- een steeds beter besef krijgen van objectpermanentie (een voorwerp blijft bestaan, ook al is het uit het zicht). Dit kan getest worden door jouw baby een interessant voorwerp te laten zien en vervolgens dit onderwerp onder de hand of onder een doek te verstoppen. Jouw baby zal nu in staat zijn om het voorwerp terug te vinden door het doek of de hand weg te trekken en het voorwerp te pakken!
- op deze leeftijd nog wel de neiging hebben om voorwerpen te zoeken op de plek waar ze als eerste zijn gevonden en moeite hebben om het voorwerp te vinden op de plek waar ze als laatste verstopt zijn. Ontwikkelingspsycholoog Piaget noemde dit de A-not-B search error. Dit kan getest worden door jouw baby een interessant voorwerp te laten zien, dit een aantal keer te verstoppen op plek A (onder een doek) en op een gegeven moment het te verstoppen op plek B (onder een andere doek op 20 centimeter afstand). Jouw kindje zal onder doek A naar het voorwerp zoeken!
- simpele problemen oplossen als die overeenkomen met problemen die hij al eerder is tegenkomen en toen heeft opgelost.
Spraak en taal
- nu vaak één woord zeggen
- het woord ‘nee’ begrijpen
- stoppen met zijn activiteit als hij zijn naam hoort
- een beetje gebarentaal gebruiken
- spelletjes mee doen zoals ‘handjeklap’ en ‘kiekeboe’