Uitleg bij Fases
Motorisch
Bij baby’s speelt de grove en fijne motoriek een belangrijke rol in de algehele ontwikkeling. Om de wereld te kunnen onderzoeken zijn motorische vaardigheden nodig en moeten baby’s dingen kunnen pakken, vasthouden, verplaatsen en uiteindelijk kunnen zitten, kruipen, staan en lopen. Op motorisch gebied ontwikkelen kinderen zich in de dreumes en peuterleeftijd razend snel. Jouw kind leert goed en stevig loslopen, zal voor het eerst de trap op klimmen met hulp van de armleuning, leert kort te hinkelen en ook de fijne motoriek wordt steeds beter. Zo zal een dreumes aan het einde van het tweede levensjaar één voor één bladzijden van een boek kunnen omslaan en kan een peuter meestal al heel aardig papier knippen.
Sociaal-emotioneel
De sociaal-emotionele ontwikkeling omvat de reacties van je baby op de omgeving waarin hij leeft. Denk hierbij aan bewust lachen, boosheid en vreugde uiten door bijvoorbeeld het maken van geluiden en verschillende gezichtsuitdrukkingen. Ook de ontwikkeling van een eigen persoonlijkheid hoort hier bij. Denk daarbij aan de ontwikkeling van een eigen wil en bijvoorbeeld doorzettingsvermogen. De sociaal-emotionele ontwikkeling van een dreumes of peuter maakt in het tweede levensjaar snelle groei door. Door de grote vorderingen in de taalontwikkeling in deze fase kan het kind zijn wensen en behoeften steeds beter aangeven en actiever deelnemen in de sociale wereld. Jouw kind zal gaan zwaaien als een persoon vertrekt, (simpele) opdrachten beter begrijpen en kunnen uitvoeren en zal uiteindelijk al een beetje gaan samenspelen met leeftijdsgenootjes.
Cognitief
Bij de cognitieve ontwikkeling leren baby’s om informatie uit hun omgeving te verwerken, op te slaan, om vervolgens deze vaardigheden en kennis op een later moment weer te kunnen gebruiken. Kinderen komen spelenderwijs in aanraking met verschillende situaties in hun omgeving en verkennen deze situaties door middel van kijken, horen, ruiken proeven, voelen, en van alles uit te proberen. Cognitie is niet iets wat direct zichtbaar is. Maar doordat een baby bijvoorbeeld gebruik maakt van bepaalde geluiden, gezichtsuitdrukkingen of motorische gedragingen, komt tot uiting dat er nieuwe kennis heeft opgedaan. Leren, onthouden, denken en redeneren zijn intellectuele vaardigheden. In het begin zal een dreumes vooral leren door uit te proberen, te experimenteren en mensen na te doen. Op een gegeven moment herkent het kind bepaalde concepten en maakt van te voren een ‘beeld’ van het object of de gebeurtenis in het hoofd. Hierdoor zal jouw kind steeds beter problemen kunnen oplossen zonder te hoeven experimenteren. Ook het concentratievermogen wordt beter en kan jouw peuter steeds langer alleen spelen.
Spraak en taal
Spraak en taal is heel belangrijk voor de algehele ontwikkeling van kinderen. Communicatie is nodig om lichamelijke behoeften aan te geven en het bevredigen van sociale behoeften. Door bepaalde gezichtsuitdrukkingen of bijvoorbeeld door te huilen kunnen baby’s al heel vroeg aangeven of zij zich prettig voelen of juist hulp nodig hebben in de vorm van een schone luier, voeding of iets anders. Taal is een belangrijk instrument voor het denken en leren, door het gebruik van woorden kunnen kinderen informatie, gedachten en behoeften doorgeven. De spraak- en taalontwikkeling is dan ook van belang voor de sociaal-emotionele en cognitieve ontwikkeling.